Ivan Illich in De ontscholing van de maatschappij (1971)
Een van de rollen die een filosoof zeker past is die van criticus van de ideeën die iedereen in zijn tijd en wereld voor vanzelfsprekend houdt. Er zijn weinigen in de twintigste eeuw geweest die die rol met meer verve hebben vervuld dan de Oostenrijks-Amerikaans-Mexicaans-Duitse publicist, filosoof en theoloog Ivan Illich (1926–2002). Behalve op de geneeskunde, waarvan hij vond dat die ons ziek maakte, richtte hij veel van zijn pijlen op het algemeen aanvaarde idee dat onderwijs een groot goed is. Illich meende dat jonge mensen geen tijd hebben om iets te leren, omdat ze de hele tijd naar school moeten. Want wat ze daar te horen en te doen krijgen, is er niet op gericht hun iets te leren dat voor henzelf de moeite waard is, maar vormt hen uitsluitend tot de milieuvervuilende, sociaal polariserende en psychisch onmachtige consumenten waar de machtigen der aarde behoefte aan hebben.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media