Fromm
De ware morele problematiek van onze tijd is de onverschilligheid van de mens jegens zichzelf.
Erich Fromm in De zelfstandige mens (1947, 1955)
In de inleiding tot zijn anthologie Over levenskunst (2002) citeert Joep Dohmen de neofreudiaanse sociaal filosoof Erich Fromm, die de balans opmaakt van de malaise van de moderniteit. De onverschilligheid waar hij het over heeft, blijkt volgens hem uit het feit dat wij ‘de zin voor de betekenis en het unieke van de individuele mens zijn kwijtgeraakt en onszelf als handelswaar zijn gaan beschouwen’. De reden hiervoor, zegt Fromm, is ‘dat de moderne mens het besef voor het leven als een kunst is kwijtgeraakt’. Ons bestaan wordt tegenwoordig gekenmerkt door ‘individuele zelfbeschikking’ en ‘waardepluralisme’. En we blijken eigenlijk nauwelijks opgewassen tegen deze vrijheid om ons leven zelf te bepalen. Dohmen ziet daarom de hernieuwde belangstelling voor de levenskunst als een reactie op de moderne vrijheid.
Tevens verschenen op de Levenskunst Kalender © Veen Media
De taak die we onszelf moeten stellen is niet om ons veilig te voelen, maar om onzekerheid te kunnen verdragen.
In De gezonde samenleving suggereert de Duits-Amerikaanse psycholoog en filosoof Erich Fromm (1900–1980) dat mensen zo geobsedeerd zijn door veiligheid omdat de vervreemde enkeling verlangt naar conformiteit en zich daardoor juist steeds onzekerder voelt. Volgens Fromm hebben mensen in de kapitalistische samenleving steeds meer het gevoel gekregen dat ze geen problemen, zorgen of twijfels zouden hoeven te hebben, en dat als ze geen risico’s nemen, ze zich veilig zouden moeten voelen. Hij vindt dit een dubieuze overtuiging. Net zoals actieve en betrokken mensen verdriet of pijn niet kunnen vermijden, zo moet iemand die nadenkt onzekerheid kunnen verdragen zonder in paniek te raken.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
‘L’amour est l’enfant de la liberté’ [de liefde is het kind van de vrijheid]
Oud Frans liedje, geciteerd door Erich Fromm in The art of loving (1957)
Als het om een beschouwing van de liefde gaat, komen velen niet verder dan dat het ‘een heel speciaal gevoel van binnen is’ (dat gemakkelijk weer kan verdwijnen) of een ‘sublimatie’ van de geslachtsdrift. De Duits-Amerikaanse psycholoog en filosoof Erich Fromm (1900–1980) beschrijft liefhebben echter met diepe ernst als ‘een kunst, een kunde’. Behalve dat liefde een vorm van geven is, blijkt het actieve karakter van liefhebben ook uit de andere basiselementen die alle vormen van liefde delen: zorgzaamheid, kennis, verantwoordelijkheid en respect.
Dit laatste element is, overeenkomstig de wortels van het woord (respicere = kijken naar), het vermogen om iemand te zien zoals hij of zij is, je bewustzijn van zijn of haar unieke individualiteit. Je wilt dat de geliefde persoon groeit en zich ontplooit op zijn of haar eigen wijze en niet om jou te dienen. Respect bestaat dus alleen op basis van vrijheid. Naar welk liedje Fromm in dit verband verwijst, is niet meer te achterhalen. Op internet is alleen een Nieuw-Zeelandse band te vinden die in 1971 onder die titel een popsong uitbracht.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Het beoefenen van de liefde moet beginnen met het erkennen van het verschil tussen eerlijkheid en liefde.
In zijn boek heeft de Duits-Amerikaanse denker Erich Fromm (1900–1980) het eigenlijk niet over eerlijkheid, maar over ‘fairness’. Dit begrip laten Nederlandse ethici vaak onvertaald, omdat er geen equivalent voor is onze taal. Het gaat om redelijkheid, billijkheid, ‘eerlijk spel’ (zoals de vertaler het noemt in Liefhebben, een kunst, een kunde). De ethiek van ‘fairness’ wordt vaak samengevat tot de Gulden Regel: wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook de ander niet. Velen denken dat dit een algemene uitwerking is van het joods-christelijke gebod van de naastenliefde. Maar volgens Fromm is het iets wezenlijk anders. Naastenliefde betekent dat je je verantwoordelijk en verbonden (één) voelt met een ander, terwijl fairness-ethiek betekent dat je niet verantwoordelijk en een voelt, maar afgescheiden en afstandelijk. Het betekent dat je de rechten van je naaste respecteert, maar niet dat je van hem houdt.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Zoals de theologie in haar logische consequentie tot mystiek voert, is de uiterste consequentie van de psychologie: liefde.
Erich Fromm in Liefhebben, een kunst, een kunde (1957)
Geven is de hoogste uitdrukking van kracht.
Erich Fromm in The art of loving (1956)
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media