Jung
Zin maakt vele dingen draaglijk, misschien wel alles.
C.G. Jung in Erinnerungen, Träume, Gedanken (1962)
Anders dan veel tijdgenoten, waaronder Freud, wil de Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung (1875-1961) niet dat de overgeleverde Bijbelse en christelijke mythen worden ontmythologiseerd, waardoor ze niet langer van waarde zijn voor onze ervaring en onze taal. Van hem moeten we een mythe zien als iets wat de mens wordt ‘aangeboden’ om zich bewust te worden van de zinvolheid van zijn leven.
Voor Jung verhindert het gevoel van zinloosheid ons het leven ten volle te leven – en daarom is het wat hem betreft een ziekte. Als het ons aan zin ontbreekt, kunnen we veel minder verdragen van wat het leven voor ons in petto heeft. Om die zin te ervaren hebben we dus mythen nodig. Niet omdat God een mythe is, maar omdat de mythe de openbaring is van een goddelijk leven in de mens.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Mens-zijn betekent het bij zich dragen van een minderwaardigheidsgevoel en de voortdurende prikkel om dit te boven te komen.
Alfred Adler in Der Sinn des Lebens (1933)
Betekenissen worden niet bepaald door situaties, maar wij bepalen onszelf door middel van de betekenis die wij aan situaties geven.
Alfred Adler in Wozu leben wir? (1931)
- een emotionele toestand teweeg te brengen, te stoppen of te vermijden;
- de intensiteit van een emotionele toestand te verminderen, te intensifiëren of in stand te houden;
- een reactie te ontlokken aan de fysieke of aan de sociale omgeving;
- of te handelen op een wijze die overeenkomt met persoonlijke waarden, normen en doelen.