Søren Kierkegaard in Onverdeeld één ding te willen (1847, 2010)
Welke gids zou dat zijn, die volgens Kierkegaard ‘trouw en oprecht’ is? Zij is weliswaar niet zo goed ter been als de verbeelding, ‘die soepel de wens van dienst is’. Zij is ook niet zo sterk als het succesvolle voornemen, maar komt ‘langzaam achteraan, wat weerbarstig’. Die gids, dat is de spijt. Kierkegaard noemt haar ‘een wonderlijke macht’. Want als je het verkeerde gedaan hebt of het juiste hebt nagelaten, dan kun je misschien ‘koppig en gewiekst’ aan de spijt willen ontkomen. Maar wat zou er dan erger zijn? Dat dat je niet lukt? Of juist dat het je wel lukt …
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media