Gedachten
Een leven is niets waard, maar niets is een leven waard.
Arthur Koestler moet in Darkness at noon (1941) aan deze zin denken. In tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten, zegt Koestler dat de waarde van een enkel leven in de ‘sociale vergelijking’ gelijk is aan nul, terwijl die in de ‘kosmische vergelijking’ oneindig is. Bij nul of oneindig in een vergelijking krijg je de gekste dingen: je kunt dan al gauw bewijzen dat drie gelijk is aan vijfhonderd. En dat gebeurt in elke politieke beweging die zich baseert op de overtuiging dat alles moet worden afgemeten aan het nut voor het geheel of het grootste geluk voor de mensheid (utilitarisme). Het is nu eenmaal zo dat sommige mensen denken dat de wereld er beter aan toe is als er geen Armenen of Turken, Hutu’s of Tutsi’s, joden of moslims bestaan. En wat er gebeurt als die mensen zich ‘de mensheid’ of ‘het geheel’ wanen, dat weten we allemaal. ‘En’, schrijft Koestler, ‘of de weg daarheen gepleisterd is met citaten van Rousseau, Marx, Christus of Mohammed, speelt nauwelijks een rol.’
Relativisme is mooi, totdat het je meer gaat kosten dan wat je er absoluut voor wilt neertellen.
Lou Marinoff is een van de pioniers van de filosofische praktijk in Amerika. Ooit werd hij voor filosofische counseling benaderd door een vrouw van begin twintig die door haar moeder van de ene psycholoog naar de andere werd gesleurd. De conservatief religieuze moeder was ervan overtuigd dat haar vrije, creatieve dochter abnormaal was en dat haar opstandigheid en eigenzinnigheid therapeutisch behandeld moesten worden. Marinoff analyseert het conflict van moeder en dochter als dat van relativisten en absolutisten. Volgens relativisten bestaan er geen tijdloze waarden en normen die voor alle mensen gelden: alle oordelen over de juistheid van handelingen of de schoonheid van dingen zijn persoonlijk en subjectief. Volgens absolutisten bestaan universele waarden wel. Marinoff vertelt het verhaal van de docent filosofie die te maken had met een zaal vol zelfverklaarde relativistische studenten. Zij kwamen echter in opstand toen de docent hun allemaal een onvoldoende gaf voor hun tentamen, op basis van zijn ‘subjectieve oordeel’. Plotseling wilden ze allemaal aantonen dat hun werkstuk ‘objectief goed’ was. Zo vond Marinoff dat de dochter in het genoemde voorbeeld er ‘objectief’ recht op had dat haar moeder haar keuzes respecteerde. Door deze solidariteit van haar filosofische consulent was de dochter in staat om zichzelf te accepteren en werd haar behoefte om te rebelleren minder.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Stel dat Socrates, de aartsvader van de westerse filosofie, nu geleefd had, in onze tijd. Wat zou hij dan gedaan hebben?
Jos Kessels, Socrates op de markt – Filosofie in bedrijf (1997)
Moderniseren of ecologiseren? Dat is de vraag.
Bruno Latour in To modernize or to ecologize? That’s the question (1998)
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Agnosticisme is een manier om niet langer te geloven in het idee van geloof.
Bruno Latour (geboren 1947) probeert een antropologie van de moderne mens te ontwikkelen. Hij benadert wetenschappers op dezelfde manier als waarop een cultureel antropoloog een ‘primitieve stam’ bestudeert. Hij laat zien dat het succes van de wetenschappen heel anders verklaard kan worden dan op grond van de overtuiging dat alleen wetenschappers rationeel zijn en daardoor toegang hebben tot de echte werkelijkheid. Steeds weer proberen zijn critici hem vast te pinnen op een keus voor rationaliteit of voor geloof, voor realisme of relativisme. Deze drang heeft hij zelf weer geprobeerd te analyseren (onder andere in Pandora’s hope, 1999), maar intussen gaat hij gewoon verder met het ontwikkelen van een ‘niet-moderne antropologie’. In een poging om de symmetrie te herstellen tussen de manier waarop wij tegen andere culturen aankijken, probeert hij ook over goden na te denken zonder te geloven in rationaliteit, maar ook niet in ‘geloof’. Voorheen kon hij gewone wetenschapsfilosofen nog wel eens op de kast krijgen door te stellen dat de overtuiging dat het DNA al bestond vóórdat het was ontdekt ‘een respectabel geloof’ is. Maar later probeert hij te bedenken wat de consequenties zijn van de opheffing van het onderscheid tussen geloof en weten.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
De gedachte dat de meerderheid van de studenten een universiteit bezocht voor het ontvangen van een opleiding, onafhankelijk van de cijfers of titels, is zo hypocriet dat de meesten blij zijn dat het niet aan het licht komt.
Het onderzoek naar kwaliteit van Pirsigs alter ego, Phaedrus, begint met een ‘niet-metafysische fase’. Phaedrus is docent schrijven (retorica) aan een Amerikaanse universiteit en zoekt naar alternatieven voor de traditionele onderwijsaanpak. Hij ontdekt dat veel studenten bij het maken van schrijfopdrachten ‘blokkeren’ omdat ze proberen te bedenken wat ze over het opgegeven onderwerp zouden moeten schrijven (om een goed cijfer te halen). Hij begint daarom andere onderwerpen dan de gebruikelijke als opdracht te geven. Hij vraagt ze niet te schrijven over bijvoorbeeld de ‘geschiedenis van de Verenigde Staten’ (in vijfhonderd woorden), maar over de bovenkant van hun duim of over een muntstuk. Als ze daar eenmaal aan gewend zijn, vragen sommigen zelfs of ze over beide kanten van het muntstuk moeten schrijven, want één kant biedt al stof genoeg. In een volgende fase stopt Phaedrus met het geven van cijfers voor de werkstukken. Dat roept eigenlijk alleen weerstand op bij degenen die daarvóór een vijf of een zes haalden: zij waren gewend om hun inspanning af te stemmen op wat volgens de docent ‘voldoende’ was. Zonder cijfers zijn ze dat houvast kwijt.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Ik weet niet wat het geval is. Ik weet noch wie ik ben, noch wat ik wil, maar anderen zeggen dat ze dat voor mij weten, anderen die mij definiëren, mij verbinden, mij tot spreken brengen, interpreteren wat ik zeg, en mij in dienst nemen. Of ik nu een stor
Als je na lang nadenken tot de conclusie komt dat je door alle meningen en interpretaties niet meer kunt zeggen wat werkelijk het geval is, kun je twee dingen doen. Je kunt concluderen dat al die interpretaties onzin zijn en dat we ‘de dingen op zichzelf’ toch nooit kunnen kennen, maar je kunt ook vaststellen dat in ieder geval al die interpretaties heel werkelijk zijn. Tegen de eerste aanpak pleit bijvoorbeeld dat iedereen en alles toch doorgaat met leven en werken vanuit die eigen interpretatie en er alles aan zal doen om die eigen interpretatie meer werkelijk te maken dan die van een ander. En daarvoor worden niet alleen filosofische traktaten gebruikt, maar letterlijk alles wat voorhanden is: deeltjesversnellers, destilleerkolven, laboratoriumkweekjes, beroepscodes, enquêtes, planbureaus, reclame, kortom allemaal dingen die heel veel geld kosten. Probeer dan maar eens onder die interpretaties uit te komen met alleen maar wat filosofische scepsis. Voor je het weet word je subatomair gespleten, tot je essentie gezuiverd, empirisch besmet, therapeutisch behandeld, ‘niet van toepassing’ verklaard, lid gemaakt van een bevolkingsgroep of in je onderbuik geraakt. Je moet zelf niet onbemiddeld zijn om daar weer onderuit te komen, of genoeg machtige bondgenoten vinden: ‘Geïnterpreteerden aller landen, verenigt u!’
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Hoe komt het dat een kreupele ons niet boos maakt en een kreupele geest ons wel boos maakt?
‘Omdat een kreupele erkent, dat wij goed gaan, maar een kreupele geest zegt dat wij hinken.’ Deze idee van Pascal staat in een hoofdstuk dat gaat over ‘’s menschens grootheid en ellende’. Hij verwijst in dit verband ook naar de Griekse stoïcijn Epictetus die zich afvroeg waarom wij niet kwaad worden als iemand zegt dat wij hoofdpijn hebben, maar wel als iemand zegt dat we slecht redeneren of een verkeerde keuze maken. Volgens Pascal komt die kwaadheid in beide gevallen voort uit het feit dat wij wél zeker weten dat we niet kreupel zijn en geen hoofdpijn hebben, maar dat we er níét zo zeker van zijn of wij wel ‘het ware’ hebben gedacht of gekozen. We worden boos als iemand dit aan het licht brengt, en het brengt ons aan het twijfelen. Want bij zoveel verschillende visies moeten we ‘onze wijsheid verkiezen boven die van zoveel anderen, en dat is vermetel en gaat moeilijk’. Pascal raadt de mens daarom aan zich zoveel mogelijk stil te houden en alleen bij God te zijn, want van Hem weten wij dat hij de waarheid is.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
De diepste en eigenlijke aandrift van de mens is opgaan in een hogere diersoort, de massa, en zich daarin zo volkomen te verliezen dat het is alsof er nooit een mens is geweest.
De in Bulgarije geboren, maar Duitstalige schrijver en Nobelprijswinnaar Elias Canetti (1905-1994) overleed uiteindelijk in Zwitserland als Brits staatsburger. Hoewel hij ook een bekende antropologische studie schreef over ‘massa en macht’ (1960) is het citaat uit de roman Die Blendung (in 1967 vertaald als Het martyrium). Hierin is Canetti niet zelf aan het woord maar ‘de goede psychiater’. De ‘foute psychiater’ meent dat waanzin een straf voor egoïsme is. Dat kun je volgens hem zien aan de krankzinnigeninrichtingen waar ‘het grootste gepeupel van het land’ verzameld is. Volgens de ‘goede psychiater’ echter heeft de mens onderwijs en opvoeding (Bildung) nodig als een ‘vestingsgordel’ van het individu tegen de ‘massa in zichzelf’. Hij meent dat iedere mens de grootste strijd in zijn leven voert om deze massa te doden. In de roman voert de hoofdpersoon, een kluizenaarachtige geleerde met een enorme bibliotheek, een gruwelijke strijd met zijn voormalige huishoudster die zijn vrouw is geworden. Het blijft de vraag welke psychiater gelijk krijgt als de hoofdpersoon uiteindelijk gek wordt.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Schaamte is een gevoel dat een ervaring van ons zelf als een voorwerp in zich sluit of veronderstelt.
Volgens Scheler ontstaat schaamte als ons bewustzijn, dat normaal gesproken op de buitenwereld gericht is, plotseling naar zichzelf gaat kijken. Daardoor wordt het ‘zelf’ enigszins gescheiden van de persoon en als iets zelfstandigs ervaren. Het onaangename gevoel van de schaamte zou voor een deel voortkomen uit de angst ons zelf daarmee te ‘verliezen’. Maar het wordt grotendeels bepaald doordat er een spanning bestaat tussen de persoon en dat wat hij of zij in eigen ogen blijkt te zijn. Voor Scheler is de persoon de instantie, de ‘zijnseenheid van handelingen’, die het zelf beheerst (zelfbeheersing) of ontvouwt (zelfontplooiing). Maar het Zelf zelf is de individualisering van de algemene, psychofysische ‘onderlaag’ die wij delen met de rest van de natuur. De verbondenheid met het algemeen-natuurlijke ervaart de mens zelf het meest in de seksuele drift. Anders dan bij Sartre, waar de schaamte samenhangt met het ‘gezien-worden’ zelf, ziet Scheler de schaamte als een disharmonie tussen persoon en zelf. Het is dan ook niet zo dat de erotiek altijd schaamtevol is. Scheler noemt de schaamte de ‘dienares’ van de liefde. De mens als persoon is verheven boven de drift, want kan die richting geven. Dan hoef je je nergens voor te schamen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Wie zijn buurman ’s ochtends luid begroet, / wekt de indruk dat hij hem vervloeken wil.
De genoemde spreuk is misschien beter te begrijpen in de oude vertaling van het NBG: ‘Wie zijn naaste in de vroege morgen op luidruchtige wijze groet, het wordt hem als een vloek aangerekend.’ In de Statenvertaling wordt het nog pregnanter, want daar gaat het niet over ‘groeten’, maar over ‘zegenen’. Waar het in deze Spreuk over lijkt te gaan is de ‘achting voor de gemoedstoestand van de ander’, zoals volgens Schleiermacher de schaamte ons deze gebiedt. De schaamte zorgt ervoor dat wij onze gesprekspartner niet zomaar onderbreken. In zijn boek over de schaamte (Schaamte en existentie) schrijft Van Raalten dat de Spreuk ons wijst op het ‘schaamteloze gebrek aan respect voor de stemming van de ander’ dat wij ervaren in de ‘ongegeneerde begroeting’.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Je kunt zen niet meester worden; je kunt alleen maar opgeven, en zen wordt jou meester.
Vandaag tachtig jaar geleden werd Robert M. Pirsig geboren in Minneapolis, Minnesota. Hij is de schrijver van slechts twee boeken: de ‘cultklassieker’ Zen en de kunst van het motoronderhoud (1974) en het wat minder succesvolle Lila (1991). Hoewel hij na het uitkomen van zijn eerste boek (dat eerst door ruim 120 uitgeverijen geweigerd was) de nodige interviews heeft gegeven, leeft hij al jaren teruggetrokken in de buurt van Boston of reist hij rond met de zeilboot, zoals de hoofdpersoon in Lila. Het interview waar het citaat uit afkomstig is ‘zou best eens zijn laatste kunnen zijn’.
Dit ‘laatste’ interview is het eerste waarin hij iets zegt over zen. Het onmogelijke dilemma voor hem is dat je altijd líégt als je iets zegt over zen, terwijl niemand weet dat het bestaat als je er helemaal niets over zou zeggen. Zen is ‘niets’, en hoe meer je erover zegt, hoe verder je ervan wegraakt. Toen hij een eerdere versie van Zen … had geschreven vond hij dat er te veel ‘ik’ in voorkwam; dat is niet erg zen-achtig. Daarom creëerde hij een alter ego: Phaedrus. Voor hemzelf is Zen vooral een kwestie van ‘zitten’, wat volgens hem bijna overal goed voor is.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
De rede herkent niet alleen de dierlijkheid in ons, maar ze is er van binnen uit door besmet.
In 2006 promoveerde de filosoof Naud van der Ven op een proefschrift (Schaamte en verandering) over denken over organisatieverandering in het licht van de filosofie van Emmanuel Levinas. Volgens Van der Ven zijn de ideeën van Levinas relevant voor managers omdat in organisaties, maar ook in de managementliteratuur daarover, de rationaliteit hoog in aanzien staat (Trouw, 17 november 2006). De rationaliteit is bijvoorbeeld bepalend voor de inhoud van en de manier waarop managers hun plannen in een organisatie over hun medewerkers ‘uitrollen’. Daarmee worden mensen beroofd van hun eigen inzichten en waarde, omdat zij zich moeten schikken naar de doelen en de werkwijzen van de manager. Dit ‘invoegen in de orde van een gelijkgeschakelde rationaliteit’ roept bij medewerkers weerstand en emotie op. Als hun plannen op deze manier op verzet en afkeer stuiten, wordt de manager in ‘existentiële verlegenheid’ gebracht: ‘hij wordt in zijn uitoefening van de rationaliteit beschaamd’. Veel managers reageren daar op met teleurstelling en ‘contra-agressiviteit’. Volgens Van der Ven kunnen ze van Levinas leren dat ze de schaamtegevoelens beter serieus kunnen nemen en zien als aanleiding tot nadere reflectie op hun denken en werken. Dit ‘reflectieve moment’ kan leiden tot een betere rationaliteit.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
273. Wie noem je slecht? Degene die steeds wil beschamen. 274. Wat is het meest menselijke voor jou? Iemand schaamte besparen.
Nietzsche maakt onderscheid tussen de ‘kleine’ schaamte en de ‘trotse’ schaamte. De eerste soort schaamte is de macht die mensen doe vasthouden aan een slavenmoraal. Deze schaamte is in strijd met de natuurlijke, vitale krachten die de mens ertoe brengen zichzelf te overstijgen. Maar ook de ‘harde mens’ kent schaamte, maar dan trotse schaamte, die hem beschermt tegen de zwakheid. Bij de harde mens is de innerlijkheid ‘een kwestie van schaamte en iets kostbaars’ (Jenseits von Gute und Böse). Deze ‘beschermende, isolerende schaamte is een harde noodzaak, uit angst de ander door grote openheid en mildheid te beschamen’ (Van Raalten, Schaamte en existentie). Iemand die een ander beschaamt is namelijk slecht, omdat dergelijke schaamte zwak maakt en de ander in zijn eer aantast. De trotse schaamte daarentegen beschermt niet alleen tegen zwakheid, maar zet ook aan tot handelen waarmee men eer kan inleggen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Als het om politieke filosofie van de wetenschap gaat, moet je de tijd nemen, om die niet te verliezen.
Volgens Latour is de crisis van groene politiek (politieke ecologie) ontstaan doordat men niet radicaal genoeg heeft nagedacht over de verhoudingen tussen natuur en politiek. Dat heeft Latour zelf nu juist wel gedaan. In eerste instantie vooral door de te laten zien hoe ‘door en door politiek’ de natuurwetenschap eigenlijk zelf is. Wetenschappers ‘ontdekken’ de werkelijkheid niet, maar construeren die met behulp van allerlei bondgenoten (van collega’s, financiers en politici, tot machines, objecten en teksten). Het beeld of het concept ‘natuur’ is echter mede bepaald door het te onderschéíden van politiek en samenleving (het ene objectief, het ander subjectief, etc.). Dat betekent dat dat ook geldt voor het beeld van ‘de politiek’, die vooral onder wetenschappers en filosofen een zeer slechte naam heeft. Zowel natuur als politiek wordt tekortgedaan door het moderne onderscheid tussen een waardevrije wetenschap en een politiek van belangen en zelfzuchtigheid. Latour doordenkt dit onderscheid opnieuw, nu om daarmee de ecologisch-politieke beweging nieuw leven in te blazen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Voor een identiteit heb je moraliteit nodig.
Henk van Luijk in Integer en verantwoord in beroep en bedrijf (2000)
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Het is zo moeilijk om het begin te vinden. Of beter: het is moeilijk om bij het begin te beginnen. En niet te proberen om nog verder terug te gaan.
Ludwig Wittgenstein in Über Gewissheit / On certainty (1969)
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Fundamentalisme begint altijd met geloof in een fundament; zo’n fundament kan dus nooit fundament zijn voor dat geloof.
De voormalige hoogleraar wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam schrijft over de zeer persoonlijke ervaringen die een ‘blijvende laag’ vormen in de ‘archeologie van zijn ziel’, en daarmee zijn denken mede bepaald hebben. Zijn ideeën over ‘fundamentalisme’ zijn van ver vóór de huidige aandacht voor dat verschijnsel in de media. In feite beschouwde hij elke ‘verdoezeling van de elementaire grondeloosheid’ van ons bestaan als fundamentalistisch. Hoewel hij zijn denken in die tijd wel karakteriseerde als een ‘filosofie van de niet voltrokken zelfmoord’, is hij zich juist gaan bezighouden met het eigenaardige verschijnsel van de ‘levensbeaming’ of ‘-aanvaarding’: waarom staan we ’s ochtends op en in welke mate kunnen we ons openstellen voor de ervaringen die we gaan opdoen, de ontmoetingen die we zullen hebben, voor wat er verder op onze weg komt. Het is met een ‘open bewustzijn’ dat bijvoorbeeld taal en cultuur door het kind worden aangeleerd, maar dit primaire aspect van het leven valt niet samen met een bepaalde cultuur. Daarom biedt deze gedeelde geesteshouding mogelijkheden voor mensen uit verschillende culturen om tot een zekere verstandhouding te komen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Ga ervan uit dat je tegenstander het mis heeft, verklaar dan zijn vergissing en de wereld zal aan je voeten liggen. Probeer te bewijzen dat hij het mis heeft of (nog erger) probeer uit te vinden of hij gelijk heeft of ongelijk en de nationale dynamiek van
Clive Staples Lewis (29 november 1898 – 22 november 1963), beter bekend als C.S. Lewis, was een Ierse schrijver en geleerde. Hij is tegenwoordig vooral bekend als auteur van de kinderboekenserie De kronieken van Narnia (1950-1956). Deze boeken zijn een nauwelijks verhulde fantasy-versie van de Bijbelverhalen rond Jezus Christus. Lewis schreef ook essays over het christendom voor volwassenen.
In Undeceptions (1971) schrijft hij over een ‘ondeugd’ die hij Bulverisme doopt, naar de fictieve Ezechiël Bulver, die op zijn vijfde getuige is van een discussie tussen zijn vader en moeder over de aard van de driehoek. Volgens zijn vader zijn twee hoeken van een driehoek samen groter dan de derde. Zijn moeder reageert daar uiteindelijk op met te zeggen dat hij dat alleen maar zegt omdat hij een man is. Dit leidt bij het jongetje tot een ‘flitsend’ inzicht, namelijk dat ‘weerlegging geen noodzakelijk onderdeel van een discussie is’. Lewis noemt in dit verband met name de psychoanalytici en marxisten als aanhangers van een leer waarvoor het niet nodig is om afwijkende ideeën te bestrijden. Alle gedachten zijn voor hen immers ‘besmet aan de bron’, respectievelijk omdat onze gedachten worden bepaald door onze onbewuste wensen en angsten, dan wel door onze economische positie.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Natuurlijk is de menselijke natuur fundamenteel goed.
Toen de wiskundige en logicus Smullyan (geboren 1919) deze stelling ooit voorhield aan een vriend, reageerde deze geagiteerd en werd zelfs een beetje boos. Volgens die vriend hoefde Smullyan alleen maar naar zichzelf te kijken om vast te stellen dat dat belachelijk was. Maar toen Smullyan dat daadwerkelijk ging doen, ontdekte hij juist dat dit zelfonderzoek twee argumenten opleverde, die de waarheid van zijn stelling aantoonden. Ten eerste twijfelde hij er geen moment aan dat hij bij zijn geboorte fundamenteel goed was. Hij herinnerde zich heel goed dat hij ‘vol vertrouwen’ in de wereld kwam en dat alles wat hij daarna aan kwaadaardige gevoelens ontwikkelde, altijd een gevolg was van een slechte behandeling door anderen. Het tweede argument luidt dat het ‘duidelijk’ is dat Smullyan zelf niet beter is dan andere mensen. Hij vindt het ondenkbaar dat mensen onderling zozeer zouden verschillen, dat andere mensen wél fundamenteel slecht ter wereld komen. Daarmee was zijn stelling bewezen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Het complement van luisteren is mopperen.
Juist omdat voor Benedictus, de grondlegger van de benedictijner kloosterorde, het luisteren zo belangrijk is, heeft hij ook veel aandacht voor wat goed luisteren kan verstóren. Hij besteedt in zijn ‘reglement’ maar liefst twaalf keer aandacht aan de murmuratio, die hij beschouwt als een grote zonde, omdat het een bedreiging vormt voor de gemeenschap. Wil Derkse vertaalt deze en andere wijsheden naar onze tijd en stelt dat het mopperen in organisaties werkt als een ‘langzaam en onderhuids werkend sociaal gif’. Mopperen maakt je blind voor wat belangrijk is en kost ontzettend veel ‘negatieve’ energie. Je kunt ‘inwendig’ mopperen, en dan komt er weinig van oog en oor hebben voor de (noden van een) ander. ‘Uitwendig mopperen’, dat we in deze ruwe tijd beter kennen als ‘kankeren’, is helemaal ondermijnend voor het bereiken van enig hoger doel in bedrijf of instelling.
Wie niet schrikt van Derkse’s ‘tegengif’ voor het mopperen, namelijk ‘blijmoedigheid’, en meer van dergelijke bijna vergeten woorden van een nieuwe ‘lading betekenis’ (Ezra Pound) wil laten voorzien, moet zijn levensregel ter hand nemen. Het biedt ook een zeer originele oplossing voor het hoofdthema van alle managers en hun ondergeschikten: timemanagement. Het is een kwestie van het vinden van een balans tussen beginnen en ophouden …
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Wellicht kiest een toekomstig historicus 4 februari 1993 als het moment waarop de oude ethiek is bezweken.
Op die datum werd door het hoogste Britse gerechtshof bepaald dat er een einde gemaakt mocht worden aan het leven van Anthony (Tony) Bland. Liverpool-supporter Bland raakte ernstig gewond bij de Hillsboroughramp, waarbij 96 mensen de dood vonden in het stadion van Sheffield Wednesday. Door een hersenbeschadiging bevond hij zich in een permanente vegetatieve toestand. Peter Singer denkt dat een Nederlandse historicus misschien kiest voor de datum van 30 november 1993 toen euthanasie bij ondraaglijk lijden in het Nederlandse recht werd opgenomen. In ieder geval gaat het om gebeurtenissen die een gevolg zijn van de invloed van de medisch-technologische vooruitgang op de ‘diepste lagen van de westerse ethiek’. De controversiële Australische filosoof Singer werd bekend door zijn ideeën over de rechten van dieren (Animal liberation, 1975). Omdat Singer vindt dat het in bepaalde omstandigheden is toegestaan om ernstig gehandicapt geboren kinderen niet alleen te aborteren, maar ook na de geboorte te doden, ligt hij regelmatig onder vuur van onder andere belangengroepen van gehandicapten. Onder anderen nazi-jager Simon Wiesenthal vergeleek zijn ideeën met die in Hitler-Duitsland.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Het tweede gebod: Als je goed doet, zal men je van bijbedoelingen beschuldigen. Toch moet je goed doen.
Kent M. Keith in De paradoxale geboden. Zingeving vinden in een dolgedraaide wereld (2002)
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Wijsheid is het kind van integriteit.
Stephen R. Covey in The 8th habit. From effectiveness to greatness (2004)
Het onwaarschijnlijk succesvolle boek The 7 habits of highly effective people (1989) van leiderschapsgoeroe Stephen Covey werd ongelukkig vertaald met De zeven eigenschappen van effectief leiderschap (1993), maar werd ook in Nederland een bestseller. In 2004 kwam Covey met een opvolger, die door de verkeerde start wel vertaald moest worden als De 8ste eigenschap. Het wezenlijke aan de aanpak van Covey is niet dat hij met makkelijke, online in te vullen testjes nagaat of u wel de ‘eigenschappen’ hebt om ‘effectief’ te worden. Het gaat er juist om de principes te ontdekken die ons handelen en samenleven bepalen, om er vervolgens een gewoonte (‘habit’) van te maken om daar naar te leven.
Pas wanneer wij de informatie en kennis die wij hebben, inzetten voor doelen en principes die dat waard zijn, is er sprake van wijsheid. Daarvoor is integriteit nodig: het vasthouden aan de juiste principes. Maar daar is de ‘afstamming’ nog niet mee ten einde. Want integriteit is zelf weer het kind van moed en nederigheid. Eigenlijk, zegt Covey, is nederigheid de moeder van alle deugden, want dat houdt de erkenning in van het feit dat er wetten en principes zijn die het universum beheersen. En niet wijzelf.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
(De vader, de gangster:) Verkrachters en moordenaars kunnen slachtoffers zijn volgens jou. Maar ik noem ze honden en als ze hun eigen kots opvreten, dan moeten ze op hun donder krijgen. / (De dochter, Grace:) Maar honden beantwoorden aan hun eigen natuur.
[Deze tekst bevat spoilers] Op de vlucht voor haar vader, de gangster (James Caan), komt Grace (Nicole Kidman) terecht in het door en door Amerikaanse dorpje Dogville, waar ze door de inwoners aarzelend wordt opgenomen. Eerst bedenken de bewoners dat het goed is dat zij voor hen gaat werken, om hen zo voor hun gastvrijheid te bedanken. Uiteindelijk wordt zij geketend als een slaaf en door de mannen van het dorp verkracht en door de vrouwen vernederd.
Als haar vader haar uiteindelijk vindt, zijn we getuige van een dialoog over de moraal van haar moraal. Haar vader verwijt Grace arrogantie. Ze vergeeft de mensen in het dorp, omdat ze arm en achterlijk zijn. Maar ze zou voor zichzelf nooit een dergelijk excuus accepteren. Hij vindt dat zij aan haar eigen standaard moet vasthouden, dat ze hun dat ‘verschuldigd’ is. Uiteindelijk aanvaardt Grace de macht die zij van haar vader krijgt, ‘om de wereld een beetje beter te maken’. Dat betekent in dit geval dat alle inwoners worden doodgeschoten en de stad wordt platgebrand.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Het recht om te leren wordt voor de meeste mensen beknot door een verplicht schoolbezoek.
In 2002 overleed Ivan Illich, een van de meest radicale criciti van de moderne maatschappij. Jarenlang doorstond hij de last van een kankergezwel in zijn gezicht omdat hij geen deel wilde worden van het m
edisch-farmaceutische complex. Leren was volgens hem ook iets waarvoor onze moderne instituties volledig ongeschikt waren. Kennis en vaardigheden waar je echt wat aan hebt, zijn niet het gevolg van instructie door anderen, maar van ‘een onbelemmerde participatie in een zinvolle omgeving’. Scholen zijn dat bij uitstek niet. Daar leer je niet zelfstandig denken, maar word je alleen maar afhankelijk gemaakt en geïndoctrineerd. In plaats van dergelijke onderwijstrechters moet leren plaatsvinden in onderwijsnetwerken. Een individu kan ieder moment van zijn leven ‘transformeren in een tijd van leren, participatie en begaan zijn’. Dat zijn allemaal waarden die Illich onderschrijft. Hij ziet institutionalisering ervan echter als de oorzaak van milieuproblemen, sociale polarisatie en ‘psychische onmacht, ‘drie dimensies van een proces van mondiaal verval en gemoderniseerde ellende’.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
1.1.1 Niets is op zichzelf reduceerbaar of niet-reduceerbaar tot iets anders.
Latour noemt dit zelf ‘het principe van irreduceerbaarheid’, maar het is een principe dat niet ‘heerst’ want dat zou in tegenspraak zijn met zichzelf. Latour beschrijft in een intermezzo in zijn traktaat de manier waarop dit principe als een soort mystieke ingeving tot hem kwam. De verandering van blik vergelijkt hij met die tussen de perspectieven van Robinson Crusoë en Vrijdag uit het verhaal van Daniel Defoe. Crusoë meent dat hij de oorsprong van alle orde kent: de Bijbel, de tijd bijhouden, discipline, landkaarten en boekhouding. Maar Vrijdag ‘weet nog niet zo zeker wat sterk is en wat geordend’. Voor Crusoë is alles reduceerbaar tot de kennis in zijn bewustzijn, en hij ‘huilt van eenzaamheid’, maar Vrijdag weet zich omringd door rivalen, bondgenoten, verraders, vrienden, waarvan er maar één een mens is. En hij ziet die hele jungle van ordeningen voortdurend veranderen. Alle reducties, alle ‘herleidingen’ kunnen worden aangebracht, het hele eiland kan uiteindelijk worden platgeasfalteerd en bebouwd met hotels, maar het kost allemaal geld, tijd en moeite om die ordeningen in stand te houden. En met minder van die middelen kan het ook weer worden opengebroken en teruggegeven aan de niet-menselijke krachten.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Denkers
'
A
- Abenoza
- Achenbach
- Achterberg
- Achterhuis
- Adler
- Adorno
- Al Galidi
- Allan
- Althusser
- Ambrosius van Milaan
- Améry
- Anaxagoras
- Anscombe
- Antiphon
- Antonovsky
- Archelaüs
- Archimedes
- Arends
- Arendt
- Aristippus
- Aristofanes
- Ariston
- Aristoteles
- Armstrong - John
- Armstrong - Karen
- Ashton
- Asma
- Aspect
- Asperger
- Assagioli
- Augustinus
- Austin
- Axelrod
B
- Bacon
- Bakewell
- Barthes
- Bataille
- Baudrillard
- Bauman
- Baumeister
- Beavin
- Benedictus
- Bentham
- Berdjajev
- Bergson
- Biesta
- Binswanger
- Blake
- Blanchot
- Bloch
- Bloom
- Blunden
- Blücher
- Boeddha
- Boele
- Boers
- Boerwinkel
- Bohr
- Bolkestein
- Bolten
- Boss
- Boulding
- Bovee
- Boyle
- Brandsma
- Brennan
- Brentano
- Breukelman
- Brodsky
- Brown
- Bruers
- Buber
- Bulhof
- Burroughs
- Buytendijk
- Bâ
C
D
- Darwin
- Dawkins
- De Beauvoir
- De Boer
- De Botton
- De Bree
- Deci
- De Dreu
- Deelder
- Defoe
- De Grey
- Dehue
- De Jonge
- De Jouvenel
- Dekkers
- De Laey
- Democritus
- Dennett
- Derkse
- Derrida
- Descartes
- De Schipper
- De Staël
- De Vries
- de vries - herman
- De Waal
- Dewey
- De Zengotita
- Diogenes
- Diogenes Laërtius
- Diogenes van Oinoanda
- Dirac
- Dohmen
- Dorrestein
- Dostojevski
- Doxiadis
- Duintjer
- Dunning
- Dussel
E
F
G
H
- Habermas
- Hache
- Hacker
- Hamann
- Hansen
- Havermans
- Hegel
- Heidegger
- Heijne
- Heisenberg
- Hendrik IV
- Herakleitos
- Herder
- Hermans
- Hermsen
- Hesiodus
- Hesse
- Heumakers
- Hilbert
- Hillel
- Hitchens
- Hoffham
- Hohwy
- Homerus
- Hoogendijk
- Hoogland
- Hoornik
- Hooven
- Horatius
- Hudson
- Hughes
- Huijer
- Hume
- Hundertwasser
- Husserl
- Huta
- Huth
- Huxley
- Huygens
- Hölderlin
K
L
M
- Maassen
- MacDougall
- MacIntyre
- Mahfouz
- Mahoney
- Malraux
- Mangelsdorf
- Marcel
- Marcus Aurelius
- Marinoff
- Marquard
- Marx
- Matteüs
- Maturana
- McCall
- McDowell
- McGonigal
- Mees
- Meinsma
- Mencius
- Mencken
- Merleau-Ponty
- Meynen
- Mill – Harriet Taylor
- Mill – John Stuart
- Milton
- Miskotte
- Miu
- Mohammed
- Mommsen
- Monk
- Montaigne
- Montesquieu
- Morozov
- Mortier
- Mostert
- Mulisch
- Multatuli
- Murdoch
- Musashi
- Musil
- Myers
- Myson
P
- Pais
- Pamuk
- Papadimitriou
- Paracelsus
- Pargament
- Parks
- Parmenides
- Pascal
- Pater
- Paulus
- Pavlov
- Peirce
- Pessoa
- Petrarca
- Pevsner
- Pfauth
- Phaedrus
- Phocylides
- Phokion
- Piaget
- Pickard
- Pinker
- Pirandello
- Pirsig
- Plato
- Plinius de Oudere
- Plotinus
- Plutarchus
- Poerksen
- Poincaré
- Popper
- Posidonius
- Prediker
- Prins - Sonja
- Protagoras
- Proust
- Pyrrho
- Pythagoras
S
- Safranski
- Saint-Exupéry
- Salomé
- Santayana
- Sartre
- Sautet
- Schaberg
- Schaumberg
- Scheijen
- Scheler
- Schelsky
- Schierbeek
- Schiller
- Schipper
- Schleiermacher
- Schmid
- Schmidt
- Schnabel
- Schooler
- Schopenhauer
- Schreurs
- Schuyt
- Scipio
- Searle
- Seligman
- Semler
- Seneca
- Serres
- Servet
- Sextus Empiricus
- Shakespeare
- Shaw
- Shklar
- Siebert
- Sifton
- Singer
- Skinner
- Slingerland
- Sloterdijk
- Smit
- Smith - Adam
- Smullyan
- Socrates
- Solovjov
- Sophokles
- Spencer
- Sperna Weiland
- Spinoza
- Stee - van
- Steenhuis
- Stobaeus
- Stoppard
- Strode
- Strum
- Suurmond
- Swift
- Söderberg
T
U
V
- Van Andel
- Van den Hoofdakker
- Van der Gaag
- Van der Meer
- Van der Meiden
- Van der Ploeg
- Van der Ven
- Van der Vossen
- Van de Wetering
- Van Duinkerken
- Van Eeden
- Van Ginneken
- Van Hout
- Van Klaveren
- Van Luijk
- Van Mierlo - Hans Ludo
- Van Nijlen
- Van Raalten
- Van Riessen
- Van Rossem
- Varela
- Vauvenargues
- Veening
- Verbeek
- Verbrugge
- Verhalen
- Verhoeven
- Verkerk
- Vermeersch
- Virilio
- Vischer
- Vogels
- Vohs
- Volpi
- Voltaire
- Von Foerster
- Von Hayek
- Vonnegut
- Von Trier
- Vooren
- Vos
- Voskuil
- Vosselman
- Vossen van der
- Vroman
W
Ž
Thema's
A
- Aanbidden
- Aandacht
- Aansprakelijkheid
- Aanvaarding
- Aarde
- Absolutisme
- Abstractie
- Absurde
- Aforisme
- Afrika
- Agnosticisme
- Alchemie
- Alleen-zijn
- Altruïsme
- Amerika
- Analyse
- Ander
- Angst
- Antropoceen
- Antropologie
- Aporie
- Arbeid
- Architectuur
- Argumenten
- Armoede
- Art deco
- Ascese
- Asielzoekers
- Atheïsme
- Authenticiteit
- Autisme
- Autismespectrumstoornis
- Autobiografie
- Autonomie
- Autopoïese
B
- Barmhartigheid
- Bedrijfsleven
- Begeerte
- Begrijpen
- Begrippen
- Behaviorisme
- Belangeloosheid
- Belangen
- Berouw
- Berusting
- Beschaving
- Bescheidenheid
- Beslissing
- Bestaan
- Bestemming
- Bestendigheid
- Betekenis
- Bevrediging
- Bevrijdingsfilosofie
- Beweging
- Bewijs
- Bewustzijn
- Bezinning
- Bezonnenheid
- Bibliotheek
- Bijbel
- Bildung
- Biologie
- Blijmoedigheid
- Blinde vlek
- Boeddhisme
- Boeken
- Bomen
- Bonobo
- Boosheid
- Brein
- Bulverisme
- Bureaucratie
- Burgerschap
- Burn-out
C
- calvinisme
- Categorische imperatief
- Causaliteit
- Chaos
- Chimpansee
- China
- Chinese filosofie
- Christendom
- Coaching
- Cogito
- Cognitie
- Communicatie
- Communisme
- Compassie
- Computer
- Concentratie
- Conditionering
- Confucianisme
- Constatieve uitspraken
- Constructivisme
- Consumeren
- Contemplatie
- Creativiteit
- Cultuur
- Cultuurfilosofie
- Cybernetica
- Cynisme
D
- Dagelijks leven
- Dankbaarheid
- Dansen
- Darwinisme
- Daseinsanalyse
- Debat
- Definitie
- Definitie van de situatie
- Delibereren
- Democratie
- Denkbeelden
- Denken
- Depressie
- Dereflectie
- Deregulering
- Deskundigheid
- Determinisme
- Deugden
- Deugdenethiek
- Deugdzaamheid
- Dialoog
- Dieren
- Dierenrechten
- Digitalisering
- Dilemma
- Ding-in-zichzelf
- Dingen
- Diplomatie
- Discipline
- Diversiteit
- Doen
- Dood
- Doodsangst
- Dorst
- Drogredenen
- Dromen
- Druk zijn
- Dubbelzinnigheid
- Dunning-Kruger-effect
- Duurzaamheid
- Dwaasheid
- Dwaling
E
- Eclecticisme
- Ecologie
- Economie
- Eenvoud
- Eenzaamheid
- Eerbied
- Eerlijkheid
- Eeuwige wederkeer
- Eeuwigheid
- Effectief altruïsme
- Efficiëntie
- Ego
- Egoïsme
- Eigenbelang
- Eigenheid
- Eigenliefde
- Eigenwaarde
- Eindigheid
- Elementen
- Elenchus
- Ellende
- Emergentie
- Emoties
- Empathie
- Empirisme
- Engelen
- Epicurisme
- Epistemologie
- Erfelijkheid
- Erotiek
- Ervaring
- Essay
- Esthetiek
- Ethiek
- Eudaimonia
- Europa
- Euthanasie
- Evangelie
- Evolutie
- Existentialisme
- Existentie
- Experiment
- Extraversie
F
- Faidros
- Falen
- Fanatisme
- Feiten
- Fenomenologie
- Fictie
- Filosofen
- Filosoferen in organisaties
- Filosoferen met kinderen
- Filosofie
- Filosofisch café
- Filosofisch consult
- Filosofische praktijk
- Filosofische vraag
- Filosofisch gesprek
- Flexibiliteit
- Flow
- Fortitudo
- Fotografie
- Fouten
- Frankrijk
- Fundamentalisme
- Fysiologie
G
- Gaia
- Gebed
- gebeurtenis
- Gebod
- Geboorte
- Gedachten
- Gedrag
- Gedragstherapie
- Gedragswetenschap
- Geduld
- Geest
- Geestelijke gezondheid
- Geesteswetenschappen
- Geheugen
- Gelatenheid
- Geld
- Gelijkwaardigheid
- Geloof
- Geluk
- Gelukzaligheid
- Gematigdheid
- Gemeenschap
- Gemeenschappelijkheid
- Gemoedsrust
- Genot
- Geschiedenis
- Gesprek
- Geven
- Gevoelens
- Geweld
- Geweten
- Gewoonten
- Gezondheid
- Gezond verstand
- Geëxalteerdheid
- Globalisering
- Gnostiek
- God
- Godsbewijzen
- Goed
- Goede leven
- Goede trouw
- Goedheid
- Groei
- Grondeloosheid
- Gulheid
I
K
L
M
- Maaltijd
- Maatschappij
- Macht
- Maken
- Markt
- Marktdenken
- Marxisme
- Massa
- Massamedia
- Materialisme
- Medelijden
- Mediatie
- Meditatie
- Meerduidigheid
- Meerwaarde
- Meesterschap
- Melancholie
- Meningen
- Mens
- Mens-zijn
- Mensapen
- Mensbeeld
- Menselijkheid
- Mens en dier
- Mensenkennis
- Mensheid
- Menslievendheid
- Meta-emotie
- Metafysica
- Meten
- Methode
- Midlifecrisis
- Migranten
- Minderwaardigheidscomplex
- Mindfulness
- Minzaamheid
- Missie
- Mode
- Modernisering
- Moderniteit
- Moed
- Moedeloosheid
- Monniken
- Moraal
- moral distress
- Moraliteit
- Moreel beraad
- Motieven
- Muziek
- Mystiek
- Mythe
N
O
- Object
- Objectiveren
- Objectiviteit
- Obsceniteit
- Offer
- Oidipous
- Onafhankelijkheid
- Onbeduidendheid
- Onbehagen
- Onbewuste
- Ondernemen
- Onderscheiding
- Onderwijs
- Oneindigheid
- Ongelijkheid
- Ongemak
- Onmenselijkheid
- Onrecht
- Onrechtvaardigheid
- Onrust
- Onsterfelijkheid
- Ontaarding
- Ontevredenheid
- Onthaasting
- Onthechting
- Ontkenning
- Ontoereikendheid
- Ontologie
- Ontroering
- Ontspanning
- Ontvankelijkheid
- Onverschilligheid
- Onwetendheid
- Onzekerheid
- Oordelen
- Oorlog
- Oorzaken
- Opgewektheid
- Oprechtheid
- Opstand
- Optimisme
- Opvoeding
- Orde
- Organisaties
- Organismen
- Ouderdom
- Ouderen
P
- Paradigma
- Paradigmawisseling
- Paradox
- Perceptie
- Perfectie
- Perfectionisme
- Performatieve uitspraken
- Persoon
- Persoonlijkheid
- Pessimisme
- Phaedrus
- Pijn
- Placebo-effect
- Plicht
- Plichtethiek
- Pluraliteit
- Polarisatie
- Politici
- Politiek
- Politieke filosofie
- Populisme
- Positieve psychologie
- Positivisme
- Postmodernisme
- Poëzie
- Pragmatiek
- Pragmatisme
- Praktische filosofie
- Predestinatie
- Principes
- Problemen
- Procesfilosofie
- Procestheologie
- Profeet
- Prosociaal
- Prudentia
- Psychiaters
- Psychiatrie
- Psychoanalyse
- Psychofarmaca
- Psychologen
- Psychologie
- Psychopathologie
- Psychose
- Psychosynthese
- Psychotherapie
R
- Ras
- rationalisme
- Rationaliteit
- Rationeel-emotieve therapie
- Realisme
- Rechten van de mens
- Rechts
- Rechtschapenheid
- Rechtvaardigheid
- Reclame
- Rede
- Redelijkheid
- Redenen
- Reductie
- Reductionisme
- Reflectie
- Reflexiviteit
- Regels
- Relativisme
- Relativiteit
- Religie
- Respect
- Retorica
- Revolutie
- Rijkdom
- Ritme
- Roddel
- Roem
- Roemzucht
- Rol
- Romantiek
- Ruimte
- Ruimtevaart
- Rust
S
- Salutogenese
- Samenleving
- Samenwerking
- Samoerai
- Scepsis
- Scepticisme
- Schaamte
- Schepping
- Scheppingsvermogen
- Schilderkunst
- Schizofrenie
- Scholing
- School
- Schoonheid
- Schrift
- Schrijven
- Schroom
- Schuld
- Schuldgevoel
- Sciëntisme
- Seksualiteit
- Serendipiteit
- Sereniteitsgebed
- Slaap
- Snelheid
- Sociaal contract
- Socialisatie
- Socialisme
- Sociologie
- Socratisch gesprek
- Sofisme
- Solidariteit
- Solipsisme
- Solutionisme
- Somberheid
- Sophia
- Speculatie
- Speelsheid
- Spelen
- Speltheorie
- Spijt
- Spiritualiteit
- Staat
- Stemming
- Sterfelijkheid
- Sterrenhemel
- Sterrenkunde
- Sterven
- Stilte
- Stoa
- Stoelgang
- Stoïcisme
- Strategie
- Stress
- Streven
- Subject
- Subjectiviteit
- Synergie
T
- Taal
- Taalspel
- Tao
- Taoïsme
- Techniekfilosofie
- Technologie
- Tederheid
- Tegenslag
- Tegenspraak
- Televisie
- Temperantia
- Terre des Hommes
- Territorium
- Tevredenheid
- Theodicee
- Theologie
- Theorie
- Therapie
- Thomas
- Tijd
- Tijdelijkheid
- Timemanagement
- Toekomst
- Toeval
- Tolerantie
- Totalitarisme
- Traagheid
- Transcendente meditatie
- Transcendentie
- Trauma
- Troost
- Trots
- Trump
- Twijfel
V
- Vaderschap
- Veerkracht
- Veiligheid
- Verandering
- Verantwoordelijkheid
- Verbeelding
- Verbijstering
- Verbinding
- Verdoemenis
- Verdriet
- Verdwalen
- Vergelijking
- Vergeving
- Vergevingsgezindheid
- Vergissen
- Verhalen
- Verklaring
- Verlangen
- Verleden
- Verlichting
- Verliefdheid
- Vernietiging
- Verontwaardiging
- Verslaving
- Verstand
- Verstrooiing
- Vertalen
- Vertrouwen
- Vertwijfeling
- Verveling
- Verwondering
- Verzinnen
- Vijand
- Visie
- Vleierij
- Vluchtelingen
- Volk
- Volkomenheid
- Voltooiing
- Volwassenheid
- Voornemen
- Voorzichtigheid
- Vragen
- Vrede
- Vrees
- Vreugde
- Vriendelijkheid
- Vriendschap
- Vrije tijd
- Vrije wil
- Vrijheid
- Vrijheid van meningsuiting
- Vroomheid
- Vrouwenemancipatie
W
- Waanzin
- Waarde
- Waarden
- Waardigheid
- Waarheid
- Waarneming
- Wachten
- Walging
- Wandelen
- Wanhoop
- Wantrouwen
- Ware weg
- Wederkerigheid
- Welgemoedheid
- Wereld
- Werk
- Werkelijkheid
- Westen
- Wet
- Weten
- Wetenschap
- Wetenschapsfilosofie
- Wetenschapssociologie
- Wij-zijdenken
- Wijsgerige antropologie
- Wijsheid
- Wil
- Wilskracht
- Wiskunde
- Woede
- Woe wei
- Wolf
- Wonder
- Woorden
- Wraak
- Wreedheid
Z
- Zaken doen
- Zekerheid
- Zelf
- Zelfbeheersing
- Zelfbewustzijn
- Zelfgenoegzaamheid
- Zelfkennis
- Zelfmoord
- Zelfoverschatting
- Zelfvertrouwen
- Zelfzorg
- Zelfzuchtigheid
- Zen
- Zenboeddhisme
- Ziekte
- Ziel
- Zien
- Zijn
- Zin
- zingeving
- Zinloosheid
- Zintuigen
- Zitten
- Zonden
- Zorg
- Zuinigheid
- Zuiverheid
- Zwaardvechten
- Zwaarmoedigheid
- Zwaartekracht