Als je na lang nadenken tot de conclusie komt dat je door alle meningen en interpretaties niet meer kunt zeggen wat werkelijk het geval is, kun je twee dingen doen. Je kunt concluderen dat al die interpretaties onzin zijn en dat we ‘de dingen op zichzelf’ toch nooit kunnen kennen, maar je kunt ook vaststellen dat in ieder geval al die interpretaties heel werkelijk zijn. Tegen de eerste aanpak pleit bijvoorbeeld dat iedereen en alles toch doorgaat met leven en werken vanuit die eigen interpretatie en er alles aan zal doen om die eigen interpretatie meer werkelijk te maken dan die van een ander. En daarvoor worden niet alleen filosofische traktaten gebruikt, maar letterlijk alles wat voorhanden is: deeltjesversnellers, destilleerkolven, laboratoriumkweekjes, beroepscodes, enquêtes, planbureaus, reclame, kortom allemaal dingen die heel veel geld kosten. Probeer dan maar eens onder die interpretaties uit te komen met alleen maar wat filosofische scepsis. Voor je het weet word je subatomair gespleten, tot je essentie gezuiverd, empirisch besmet, therapeutisch behandeld, ‘niet van toepassing’ verklaard, lid gemaakt van een bevolkingsgroep of in je onderbuik geraakt. Je moet zelf niet onbemiddeld zijn om daar weer onderuit te komen, of genoeg machtige bondgenoten vinden: ‘Geïnterpreteerden aller landen, verenigt u!’
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media