Lou Marinoff is een van de pioniers van de filosofische praktijk in Amerika. Ooit werd hij voor filosofische counseling benaderd door een vrouw van begin twintig die door haar moeder van de ene psycholoog naar de andere werd gesleurd. De conservatief religieuze moeder was ervan overtuigd dat haar vrije, creatieve dochter abnormaal was en dat haar opstandigheid en eigenzinnigheid therapeutisch behandeld moesten worden. Marinoff analyseert het conflict van moeder en dochter als dat van relativisten en absolutisten. Volgens relativisten bestaan er geen tijdloze waarden en normen die voor alle mensen gelden: alle oordelen over de juistheid van handelingen of de schoonheid van dingen zijn persoonlijk en subjectief. Volgens absolutisten bestaan universele waarden wel. Marinoff vertelt het verhaal van de docent filosofie die te maken had met een zaal vol zelfverklaarde relativistische studenten. Zij kwamen echter in opstand toen de docent hun allemaal een onvoldoende gaf voor hun tentamen, op basis van zijn ‘subjectieve oordeel’. Plotseling wilden ze allemaal aantonen dat hun werkstuk ‘objectief goed’ was. Zo vond Marinoff dat de dochter in het genoemde voorbeeld er ‘objectief’ recht op had dat haar moeder haar keuzes respecteerde. Door deze solidariteit van haar filosofische consulent was de dochter in staat om zichzelf te accepteren en werd haar behoefte om te rebelleren minder.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media