Cognitie

Dwalingen zijn op zichzelf geen dwalingen.

Humberto R. Maturana in From being to doing – The origins of the biology of cognition (2004)

We leven alsof we op een of andere manier toegang hebben tot dat wat we de werkelijkheid noemen. Maar toch vergissen we ons soms. We zeggen wel dat we leren van onze fouten, maar vaak behandelen we dwalingen als ernstige mislukkingen. We hadden beter kunnen weten, want we kunnen toch zien hoe het zit? Volgens Maturana vergissen we ons in de aard van de vergissing: op het moment zelf doen of denken we wat we doen of denken omdat we op dat moment menen dat dat het juiste is. Achteraf kunnen we dat een dwaling noemen op grond van een criterium dat we ook weer niet betwijfelen.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Het menselijk functioneren wordt dus zowel voor honderd procent door het lichaam veroorzaakt, maar evengoed voor honderd procent door de omgeving!

Prof. dr. Jos Egger in het ‘Voorwoord’ bij De rol van neuropsychologie bij psychotherapie – Praktische toepassingen voor de klinische praktijk (J.A.M. Vandermeulen, A. van Dijke en M.M.A. Derix, 2019)

Jos Egger, hoogleraar Contextuele neuropsychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, vindt dat psychotherapeuten veel meer oog moeten hebben voor de ‘sterke en complexe verwevenheid van genen, hersenen, cognitie en gedrag’. Daarbij hoeven zij niet te denken dat alles wat een mens doet, denkt en voelt wordt ‘bepaald door’ wat er zijn hersenen gebeurt. Natuurlijk is wat er in diens omgeving gebeurt ook van grote invloed. Sterker nog, zo stelt hij in het citaat, beide bepalen het menselijk functioneren voor honderd procent. Want aan de ene kant wordt de invloed van de context steeds begrensd door de eigenschappen van het zenuwstelsel en de genen, en aan de andere kant hebben de structuur en de werking van de hersenen te maken met de wetmatigheden van leren en gedrag. Misschien dat er nog een derde proces is dat voor de volle honderd procent het menselijk functioneren bepaalt, en dat is dat functioneren zelf: de geschiedenis en dynamiek van het handelen, de gedachten en de gevoelens van de enkeling, in voortdurend gesprek met zichzelf.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media

Het fundamentele paradigma voor onze interactie met een controlesysteem is instructie, en onbevredigende resultaten zijn fouten. Het fundamentele paradigma van onze interactie met een autonoom systeem is een gesprek, en onbevredigende resultaten zijn verb

Francisco J. Varela in Principles of biological autonomy (1979)

In navolging van zijn leermeester Humberto Maturana karakteriseert Francisco J. Varela (1946-2001) levende systemen als autonome systemen. Dat neemt hij vrij letterlijk: een autonoom systeem is een gesloten systeem dat ‘zijn eigen wetten stelt’. Op die manier wordt de ‘biologie van de cognitie’ niet een zoveelste debunking van de mens als een onbewust informatieverwerkende machine, maar krijgt de biologie voor het eerst een serieuze theorie van het individuele levende systeem.
In tegenstelling tot Maturana heeft Varela zich ook nadrukkelijk beziggehouden met een logische en analytische uitwerking van de theorie van het autopoïetische systeem (het zelfmakende karakter dat de autonomie van levende systemen verklaart). Daarnaast heeft hij zich bekeerd tot het boeddhisme en heeft hij een soort boeddhistische psychologie ontwikkeld (Embodied mind – Cognitive science and human experience, 1991). Op het moment dat hij, werkend in Frankrijk, erkenning begon te krijgen – Daniel Dennett was al lovend geweest over Embodied mind – overleed hij.

Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media