Esthetiek
Alleen de schoonheid maakt de hele wereld gelukkig, en ieder wezen vergeet zijn beperkingen, zolang het haar bekoring ondergaat.
Friedrich Schiller in Brieven over de esthetische opvoeding van de mens (1794–1795)
Het citaat is afkomstig uit de 27ste en laatste brief over de esthetische opvoeding van de mens en hier belijdt de grote Duitse toneelschrijver, dichter en filosoof Johann Christoph Friedrich (von) Schiller (1759–1805) zijn overtuiging dat politiek en ethiek ondergeschikt zijn aan de esthetiek: ‘Midden in het geduchte rijk van de krachten en midden in het heilige rijk van de wetten bouwt de esthetische drift onopgemerkt aan een derde, vrolijk rijk van het spel en van de schijn.’ In dit rijk van de schone schijn voelt de mens zich niet langer lichamelijk of moreel tot iets gedwongen, maar volgt hij zijn geheel eigen smaak. En het is deze smaak die harmonie brengt in de maatschappij, als het individu die harmonie eenmaal in zichzelf heeft gevonden.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media