Karakter
Utilisme kan haar doel alleen bereiken door de algemene bevordering van edelmoedigheid van karakter.
John Stuart Mill in Utilisme (2020)
De utilistische maatstaf voor de moraal is niet het grootste geluk voor de handelende persoon zelf, maar ‘de grootste hoeveelheid geluk in totaal’. Dat betekent volgens Mill dat iemand met een edelmoedig karakter misschien zelf niet gelukkig is, wellicht juist omdat hij lijdt onder het feit dat er maar zo weinig mensen zijn zoals hij. Er kan echter geen twijfel over bestaan dat zo iemand andere mensen gelukkig maakt en dat de wereld in het algemeen onmetelijk veel profijt van diens edelmoedigheid heeft. Volgens het principe van utilisme moeten we dus in opvoeding en onderwijs de edelmoedigheid van karakter bevorderen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Het bitterste van alle lijden is de ontevredenheid met onszelf.
Arthur Schopenhauer in De kunst om gelukkig te zijn
Als het gaat om ons karakter vergelijkt Schopenhauer ons met gevangen olifanten. Ze gaan dagenlang tekeer, maar als ze eenmaal inzien dat dat vruchteloos is, bieden ze gelaten hun juk aan en zijn ze voor altijd getemd. Een van de leefregels die ons volgens Arthur Schopenhauer gelukkig maakt, is daarom het streven naar zelfkennis. Dat vereist dat we naast onze goede eigenschappen en sterke kanten ook onze gebreken en zwakheden leren kennen. Op basis daarvan kunnen we dan aan de ene kant onze doelen bepalen en aan de andere kant berusten in ‘het onbereikbare’. Want wie zich op die manier niet heeft verzoend met zijn karakterologische beperkingen lijdt het bitterst.
Tevens verschenen op de Levenskunstkalender © Veen Media
Je kúnt je persoonlijkheid veranderen.
Nathan Hudson in ‘You Can Change Your Personality’, TEDxKids@SMU (2018)
Veel mensen geloven dat hun persoonlijkheid of karakter voor eens en voor altijd vastligt. Uit onderzoek van Nathan Hudson en collega’s blijkt echter ook dat meer dan negentig procent van de mensen graag iets aan zijn of haar persoonlijkheid zou veranderen! Gelukkig blijkt uit recent psychologisch onderzoek dat je je persoonlijkheid in de loop der jaren sterk kunt veranderen. Dat gebeurt sowieso al zonder dat je dat misschien merkt onder invloed van de ervaringen die je opdoet.
Maar Nathan Hudson ontdekte ook dat je zelf je karakter kunt aanpassen. De meeste mensen willen vooral graag emotioneel stabieler worden: minder angstig, minder somber, veerkrachtiger. Heel veel mensen zouden ook graag extraverter, aardiger of gedisciplineerder zijn. Het blijkt mogelijk om je zelf enigszins in die richting te veranderen. Daarbij blijkt het adagium ‘fake it until you make it’ op te gaan: doe alsof je de persoon bent die je wilt zijn.
Daartoe moet je het voor jou nieuwe gedrag welbewust, concreet en in kleine stapjes in de praktijk brengen. Als je extraverter wilt worden, nodig je bijvoorbeeld een vriend uit voor de lunch of geef je je mening in een groep.
Er is één gevaar: als je je alleen vóórneemt om te veranderen, maar het niet doet, ben je daarna nog minder tevreden over je persoonlijkheid. Dus je kunt vandaag al beginnen, maar je moet wel zorgen dat je het volhoudt.
Tevens verschenen op de Levenskunst Kalender © Veen Media
Zoals de vis zich alleen in het water, de vogel zich alleen in de lucht en de mol zich alleen onder de aarde thuis voelt, zo voelt ieder mens zich slechts thuis in de hem passende atmosfeer.
Arthur Schopenhauer in De kunst om gelukkig te zijn (Ned. vert. 2011)
We moeten dus ‘eerst uit ervaring leren wat we willen en wat we kunnen’, en zo een karakter verwerven. Tot die tijd zullen we steeds weer tegen muren oplopen en met geweld worden teruggeworpen op ons eigen levenspad.
Tevens verschenen op de Levenskunstkalender © Veen Media
Karakter is moord.
Harry Mulisch in De toekomst van gisteren (1972)
Voortreffelijkheid van karakter is een houding die het midden weet te kiezen.
Aristoteles in Ethica Nicomachea
Het vermogen om te delibereren … heeft … niets anders te bieden dan het heel vaak pijnlijke conflict der motieven, onder voorzitterschap van de besluiteloosheid en met als strijdtoneel het hele gemoed en bewustzijn van de mens.
Arthur Schopenhauer in De vrijheid van de wil (1839, 2010)
Uitgedaagd door de Koninklijke Noorse Academie van Wetenschappen wil Arthur Schopenhauer (1788-1860) best antwoord geven op de vraag: ‘Kan de vrijheid van de menselijke wil uit het zelfbewustzijn worden bewezen?’ Zijn antwoord is: nee. Als je je hier en nu afvraagt of je kunt doen wat je wilt, of je dus vrijheid van handelen hebt, dan kan het antwoord best bevestigend luiden. Maar dan weet je nog niet of je ook vrij bent om te willen wat je wilt. Volgens Schopenhauer liggen de oorzaken waarom je wilt wat je op dit moment wilt buiten het zelfbewustzijn, en wel uiteindelijk in je karakter, dat bepaalt door welke motieven je laat leiden. En dat karakter is zelf aangeboren en onveranderlijk. Door middel van het denkvermogen kan de mens ‘overleggen’, maar dat betekent alleen maar dat hij relatief vrij is om de objecten uit de buitenwereld die als motief op zijn wil inwerken, aan een nadere beschouwing te onderwerpen. Maar ook dan blijft de mens gebonden aan de allesoverheersende causaliteit: het zijn gewoon verschillende krachten die op hetzelfde lichaam inwerken en het sterkste motief overwint.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Waarom zouden we iets bewijzen, als we kunnen volstaan met het te constateren … de vrijheid is een feit, en niet een kwestie van geloof.
Victor Cousin in Cours d’histoire de la philosophie (1841)
Volgens Schopenhauer (De vrijheid van de wil, p. 53) is Victor Cousin een van de voornaamste van het stel ‘hersenloze filosofasters’, die in de gedachte ‘ik kan doen wat ik wil … de vrijheid van de wil menen te bespeuren en deze dienovereenkomstig als een vaststaand feit van het bewustzijn doen gelden’. Volgens Schopenhauer wordt de mens aangespoord door motieven om te doen wat in zijn karakter ligt. Net als het gedrag van biljartballen wordt bepaald door hun toestand en de krachten die er op in werken, zo bepaalt de wil, in de ‘speciale en individueel bepaalde geaardheid’ die wij karakter noemen, wat wij doen. Ons zelfbewustzijn kan de illusie hebben dat wij ‘kunnen doen wat wij willen’, maar ‘je kunt op elk gegeven moment van je leven slechts één bepaald iets willen, en volstrekt niets anders dan dat ene’.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media