Monniken
Het monnikswezen is de enige vorm van socialisme die geslaagd is en nog bestaat.
In Logos 54 zegt Jezus volgens Thomas: ‘Zalig zijn de armen, want Uwer is het Koninkrijk der Hemelen’. In de oude Bijbelvertaling begint de Bergrede (Matthéüs 5:3) zo: ‘Zalig de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.’ In de Nieuwe Bijbelvertaling is dat overigens geworden (Matteüs 5:3): ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.’ Om het nog wat ingewikkelder te maken, zijn er ook vergelijkbare woorden van Jezus overgeleverd door Lucas (6:20): ‘Zalig, gij armen, want uwer is het koninkrijk Gods.’
Volgens Quispel bedoelden de christenen in Jeruzalem, in de eerste decennia na de dood van Jezus Christus, met ‘arm’ niet dat zij het proletariaat waren en daarom beloond zouden worden in een soort marxistische hemel. Nee, ze waren vrijwillig arm, hadden afstand gedaan van hun aardse bezittingen, ‘om Christus’ wil’. In de officiële kerk ziet hij niet veel terug van deze traditie; bij de monniken wel. Voor Quispel, die zich in zijn commentaar een zeer ‘partijdige’ geleerde toont, is het Evangelie van Thomas een bewijs voor de (zijn) stelling dat Jezus in de eerste plaats een ‘wijsheidsleraar’ was en niet een soort halfgod.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Thema's : Armoede / Bijbel / Evangelie / Monniken / Socialisme
Denkers : Jezus Christus / Quispel