Moraal
Uit de verlatenheid vloeit voort dat wijzelf ons wezen kiezen.
Jean-Paul Sartre in Over het existentialisme (1965)
(De vader, de gangster:) Verkrachters en moordenaars kunnen slachtoffers zijn volgens jou. Maar ik noem ze honden en als ze hun eigen kots opvreten, dan moeten ze op hun donder krijgen. / (De dochter, Grace:) Maar honden beantwoorden aan hun eigen natuur.
[Deze tekst bevat spoilers] Op de vlucht voor haar vader, de gangster (James Caan), komt Grace (Nicole Kidman) terecht in het door en door Amerikaanse dorpje Dogville, waar ze door de inwoners aarzelend wordt opgenomen. Eerst bedenken de bewoners dat het goed is dat zij voor hen gaat werken, om hen zo voor hun gastvrijheid te bedanken. Uiteindelijk wordt zij geketend als een slaaf en door de mannen van het dorp verkracht en door de vrouwen vernederd.
Als haar vader haar uiteindelijk vindt, zijn we getuige van een dialoog over de moraal van haar moraal. Haar vader verwijt Grace arrogantie. Ze vergeeft de mensen in het dorp, omdat ze arm en achterlijk zijn. Maar ze zou voor zichzelf nooit een dergelijk excuus accepteren. Hij vindt dat zij aan haar eigen standaard moet vasthouden, dat ze hun dat ‘verschuldigd’ is. Uiteindelijk aanvaardt Grace de macht die zij van haar vader krijgt, ‘om de wereld een beetje beter te maken’. Dat betekent in dit geval dat alle inwoners worden doodgeschoten en de stad wordt platgebrand.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
De rekenmachine doet dingen, die het denken nader komen dan al wat de dieren doen, maar zij verricht niets, dat ons zoude mogen doen zeggen, dat zij een wil heeft zooals de dieren.
Blaise Pascal (1623-1662) was de tweede (na de Duitser Schickard) die een rekenmachine ontwierp, die Pascalina wordt genoemd. De ‘gedachte’ die Pascal eraan wijdt, betreft een kwestie die nog altijd de gemoederen bezighoudt: de vraag of een machine kan denken, en zo ja, wat dan het verschil is met levende wezens. Psychologen en neurologen geloven niet meer in zoiets als ‘de wil’ en je zou dus zeggen dat ze zich dus niet hoeven te laten verontrusten door Pascal bij hun gelijkstelling van mens en machine: beide doen alles wat ze doen omdat ze nu eenmaal zo geprogrammeerd zijn. Maar waarom spraken we eigenlijk vroeger over ‘de wil’ als we levende wezens beschouwden? Omdat we levende wezens allerlei dingen zien doen die ze zelf belangrijk vinden. Sommige techniekfilosofen draaien daarom de zaak om en zeggen dat ook machines een wil hebben en zelfs een moraal (al is het soms nogal een beperkte). Een rekenmachine doet niets liever dan rekenen, en vindt rekenen het belangrijkste wat er is. Het is aan ons om te zorgen dat ze nooit aan de macht komen. Maar misschien zijn ze dat allang.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media