Mystiek
Zoals de theologie in haar logische consequentie tot mystiek voert, is de uiterste consequentie van de psychologie: liefde.
Erich Fromm in Liefhebben, een kunst, een kunde (1957)
De ontwikkeling van het verstand leidt tot uitdroging van het leven, dat op zijn beurt het verstand weer heeft ingekrompen.
Georges Bataille in De innerlijke ervaring (1943)
Nu wil mijn dorst niet meer bedaren.
Anton van Duinkerken, ‘Wrede wijn’ (Uit: Hart van Brabant (1936))
De dichter en criticus Anton van Duinkerken (pseudoniem van Willem Asselbergs, 1903-1968) verliet het seminarie toen hem verboden werd om gedichten te publiceren, maar was niettemin jarenlang een van de belangrijkste katholieke stemmen in de literaire wereld, onder andere als redacteur van De Tijd. In het gedicht ‘Wrede wijn’ zien we van hem een andere kant. Daarin beschrijft hij hoe hij ooit ‘op zatheids avontuur’ ‘naar zoeler streken voortgedreven werd’. Daar had hij het soort ervaring, ‘voorbij aan ruimte en duur’, waarin hij de ‘grenzen van ons leven’ zag. Het zijn dit soort ervaringen die op zichzelf verslavend zijn. Als je eenmaal in het ‘land waar de zachte zomerwinden / fluisteren met de dood’ bent geweest, en ontdekt dat er op aarde ‘geen warmer plek te vinden’ is, dan wil je daar steeds naar terug. En dan denk je dat je daartoe moet zorgen dat de omstandigheden identiek zijn. Zo ontstaan verslavingen. Deze dichter moet dus steeds weer een beroep doen op de wijn, maar die is ‘wreed’, want
Wijn, vaak op uw kompas,
Vond ik de plaats nooit waar ik was.
Nu wil mijn dorst niet meer bedaren.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Wie zich niet alleen pessimist noemt, maar het ook inderdaad is, zal over dat feit het minst spreken.
Menno ter Braak, ‘Aanvaardend pessimisme’ (Verzameld werk. Deel 7 (1951))
Alleen al door taal te gebruiken geeft de pessimist blijk van optimisme over de mens en zijn cultuur, aldus Menno ter Braak (1902-1940). Het gebruiken van taal betekent immers dat je nog steeds deel wilt uitmaken van de gemeenschap van mensen en daar met je woorden invloed op wilt uitoefenen. Schrijvers en denkers die ontgoocheld, vermoeid of sceptisch klagen over de teloorgang of de illusie van de mensheid en de beschaving, zullen in hun werk daarom altijd een ‘tegenkant’ laten zien, waarmee ze toch nog een ‘positieve verhouding tot het bestaan zoeken’. Als voorbeelden van mogelijke houdingen van deze zelfverklaarde aanhangers van de Weltverneinung noemt Ter Braak de ‘kracht van de burgermanshaat’ en het ‘genot van de uitzonderingspositie’. Er is echter volgens hem ook nog een andere mogelijkheid, die wellicht tragisch, maar ook wat heldhaftiger is: het besef dat je ondanks alle desillusie en teleurstelling toch een aardbewoner bent, en ook al ben je dan geen ‘levensgenieter’, toch alleen al daarom ook deel hebt aan wat die aarde wel aan ‘vreugden’ biedt. Als je de betrekkelijkheid en vergankelijkheid van maatschappelijke conventies hebt doorzien, is er misschien een soort aardse mystiek mogelijk, al is het zonder ‘extatisch gezwijmel’.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Het doel van de filosofie is het rationaliseren van mystiek.
Volgens Whitehead kun je filosofen onderscheiden in twee scholen, aan de hand van de ‘Drogreden van het Perfecte Woordenboek’. Deze drogreden is gebaseerd op het geloof dat alle fundamentele ideeën die van toepassing zijn op de ervaringen van de mens al tot bewustzijn zijn gekomen, en dat onze taal die ideeën expliciet uitdrukt. De kritische school in de filosofie verwerpt speculatie en beperkt zichzelf tot de analyse van de woorden die nu al in het woordenboek staan. De speculatieve school daarentegen streeft naar onmiddellijk inzicht, en probeert de betekenis daarvan te laten zien door een beroep te doen op situaties die dat inzicht geven. Daarmee verrijken de speculatieve filosofen het woordenboek. Het is een ‘strijd tussen veiligheid en avontuur’. Volgens Whitehead zelf heeft de filosofie precies daarom nut: om te zorgen dat er nieuwe ideeën worden ontwikkeld die de maatschappij verlichten. Het onmiddellijke inzicht is een mystiek gebeuren en de ware filosofie probeert dat inzicht niet weg te verklaren, maar er juist nieuwe woorden en zinnen voor te vinden, die rationeel met elkaar verbonden zijn. Filosofie lijkt daarin op poëzie ‘en beide proberen dat ultieme idee uit te drukken dat we beschaving noemen’.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media