Schuld
De mens moet antwoorden als hem wordt gevraagd wat hij van zichzelf heeft gemaakt.
Paul Tillich in The courage to be (1952)
Volgens Tillich is ons bestaan niet alleen een gave, maar ook een opgave. Omdat de mens vrij is en dus verantwoordelijk voor wat hij doet, moet hij ‘antwoorden’ op de vraag wat hij van zijn leven maakt. Degene die hem deze vraag stelt, is zijn ‘rechter’, maar dat is geen bozig opperwezen, maar hijzelf. In dit besef val je niet meer met jezelf samen, maar sta je tegenover een beoordelaar die je zelf bent. Dit is een situatie die grote angst kan oproepen, ‘in relatieve zin de angst van de schuld, in absolute zin de angst van de zelfverwerping’. Het vereist dus ‘moed om te zijn’.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Schuldig worden is een voorrecht van de mens – en geeft hem de verantwoordelijkheid om deze schuld de baas te worden.
Viktor E. Frankl in De wil zinvol te leven: Logotherapie als hulp in deze tijd (1969, 1980)
Volgens psychiater en grondlegger van de logotherapie Viktor Frankl (1905–1997) is het ‘objectiveren’ en ‘tot ding maken’ van de mens de ‘erfzonde van de psychotherapie’. Hij werd ooit gevraagd om te spreken voor de gevangenen in de beruchte San Quentin-gevangenis in Californië. Deze voelden zich volgens Frankl voor het eerst ‘echt begrepen’ omdat hij iets deed wat hij zelf helemaal niet zo uitzonderlijk vond: hij sprak ze aan als mensen en beschouwde ze niet als ‘machines die gerepareerd moesten worden’. Hij had ze begrepen zoals ze zichzelf ook altijd hadden begrepen: als vrije en verantwoordelijke individuen. Hij had ze niet de gebruikelijke ‘ontsnappingsmogelijkheid’ voor hun schuldgevoelens gegeven door hun daden biologisch, psychologisch of sociologisch te verklaren. ‘Ik had ze geen alibi verschaft. De schuld was niet van hen afgenomen. Ik had hen als gelijken behandeld.’
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Sommigen weigeren de lening van het leven te aanvaarden om de schuld van de dood te vermijden.
Otto Rank in Will therapy (1930)
De existentieel psychotherapeut Irvin D. Yalom schrijft in zijn boek over doodsangst (Tegen de zon inkijken), waar hij zelf ook aan lijdt, dat sommige mensen geneigd zijn zich zo ongevoelig mogelijk te maken en niet van het leven te genieten uit angst dat ze dan te veel te verliezen hebben. Hij verwijst in dat verband naar het citaat van Otto Rank, de eerste betaalde kracht van de psychoanalytische beweging van Sigmund Freud.
Hij brengt daar een belangrijke dynamiek naar voren, namelijk die tussen ‘doodsangst’ en ‘levensangst’. Elk mens streeft ernaar zichzelf te ontwikkelen, uit te groeien tot een individu dat zijn of haar potentieel kan verwezenlijken. Maar dit brengt ook nieuwe ‘levenszorgen’ met zich mee. Want wie vrij is, is ook verantwoordelijk voor wat hij of zij doet. En wie vrij is en zelf zin aan het leven moet geven, is daarin ten diepste eenzaam. Om met deze levensangst om te gaan, zoeken mensen troost in versmelting met een ander. Maar de dreiging die ander te verliezen, kan weer doodsangst oproepen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media
Krijgt een appelboom gewoon appels, of is de appelboom de creator, de schepper van appels?
Marinus Knoope in De creatiespiraal – natuurlijke weg van wens naar werkelijkheid (1998)
Selfmade managementgoeroe Marinus Knoope (1947) had een moeder die weinig consequent was in haar opvoeding, waardoor de kleine Marinus zich al jong gaat afvragen wanneer iets zijn eigen schuld of verantwoordelijkheid is en wanneer niet. Later realiseerde hij zich dat hij eigenlijk worstelde met het probleem van determinisme of vrije wil: ben je als mens voorbestemd tot het ondergaan van een bepaald lot of ben je vrij om je wensen te realiseren? Voor een tuinder lijkt het bij appelbomen duidelijk: die krijgen gewoon appels, punt uit. Maar, zegt Knoope, stel dat jij een appelboom bent, hoe kijk je er dan tegen aan: ‘Je hebt net een strenge winter overleefd en een lente achter de rug met een paar keer flinke nachtvorst. De zomer was zo nu en dan erg droog, maar aan het begin van de herfst heb je toch een paar schitterende appels hangen. Dan ben je toch trots op die prestatie. Je hebt er heel wat voor moeten doorstaan en voor moeten doen.’
Knoope denkt dat de vraag of je uiteindelijk vrij bent om van je leven te maken wat je wilt, misschien de verkeerde is: ‘Misschien ben je wel voorbestemd juist omdat je hier bent om je eigen wensen te realiseren.’ En hij waarschuwt: pas op met wat je wenst, het zou zomaar uit kunnen komen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media