Sterrenhemel
Twee dingen vervullen de geest met steeds nieuwe en toenemende bewondering en eerbied, hoe vaker en langduriger het denken zich ermee bezighoudt: de sterrenhemel boven mij en de morele wet in mij.
Immanuel Kant in Kritiek van de praktische rede (1788)
In zijn tweede hoofdwerk behandelt Kant de moraalfilosofie en de ethiek. Het eerste deel van dit beroemde citaat hieruit maakt duidelijk dat Kant door de aanblik van het firmament diep doordrongen is van het besef dat hij een nietig en sterfelijk schepsel is. Maar aan de andere kant ervaart hij binnenin zich ook een tweeledige morele wet: je mag de ander nooit als middel gebruiken, en je moet handelen volgens een stelregel waarvan je tegelijk kunt willen dat het een algemene wet wordt. Het is deze morele wet die ons juist vrij maakt van de werkelijkheid om ons heen.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media