Wederkerigheid

Hoe worden wij niet door onze kinderen, door dieren opgevoed!

Martin Buber in Ich und Du (1923)

Volgens de Joodse denker Martin Buber kun je op twee manieren tegenover de wereld staan: als een ik tegenover een ‘het’ of als een ik tegenover een ‘jij’. Met een het hebben we geen werkelijke ‘betrekking’, we ervaren het alleen. Maar met een jij staan we in een verhouding die gekenmerkt wordt door fundamentele wederkerigheid. Dat wil zeggen dat wij niet alleen de ander beïnvloeden, maar zelf ook veranderen door onze betrekking met hem of haar. De leerling vormt de leraar, de bouwsels bouwen de bouwvakker op. En zo worden wij ook door onze kinderen, of zelfs door dieren, opgevoed, als wij hen behandelen als een ander zoals wij, en niet als een ding tussen de dingen. ‘Ondoorgrondelijk inbegrepen leven wij in de stromende alom-wederkerigheid.’

Tevens verschenen op de Levenskunstkalender © Veen Media