Zelf zei de Malinese schrijver en etnoloog Amadou Hampâté Bâ (1901–1991) dat hij was afgestudeerd aan de ‘grote universiteit van het Gesproken Woord die wordt onderwezen in de schaduw van de baobabbomen’. Het gebied waar hij werd geboren, stond toen bekend als Frans Soedan en hij bezocht er wel degelijk ook een Koranschool en later ook Franstalige onderwijsinstellingen. Maar op zijn veertiende liep hij weg van school, terug naar zijn moeder, en later weigerde hij het aanbod om naar de école normale te gaan.
Hij stelde dat de volkeren van het zwarte ras van oudsher weliswaar niet het schrift kenden, maar dat ze daarom wel een hele bijzondere vorm van het gesproken woord hebben ontwikkeld. En deze literatuur is niet minder mooi dan die in de geschreven vorm. Talloze schitterend verwoorde epen, historische verhalen, leerdichten, mythen en legenden werden bewaard in de ‘fenomenale geheugens’ van de mannen van de orale traditie.
Tevens verschenen op de Filosofiekalender © Veen Media